Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En die jonge dochter was schoon in zijn ogen, en zij verkreeg gunst voor zijn aangezicht; daarom haastte hij [19]met haar versierselen en [20]met haar delen haar te geven, en zeven [21]aanzienlijke jonge dochters [22]haar te geven uit het huis des konings; en hij [23]verplaatste haar en haar jonge dochters naar het beste van het huis der vrouwen. 19. Zie boven, vs.3. 20. Dat is, met al wat haar toekwam om naar behoren versierd te worden. 21. Of, uitgeziene, uitgelezene, of bekwaam, en waardig om gegeven te worden. 22. Te weten, tot staatsjonkvrouwen. 23. Hebreeuws, hij veranderde haar tot het goede van het huis; dat is, hij gaf haar een beter en bekwamer plaats of kamer, dan hij haar eerst gegeven had.